Onderwijsassistent

Als onderwijsassistent in het basisonderwijs ben je de rechterhand van de leerkracht en ondersteun je in de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Je helpt bij de organisatie van lessen, begeleidt leerlingen en draagt bij aan een positief leerklimaat. In tegenstelling tot een leraarondersteuner, ligt de nadruk bij een onderwijsassistent vooral op praktische ondersteuning en begeleiding van leerlingen, terwijl een leraarondersteuner meer zelfstandige lesgevende taken uitvoert.

Wat doet een onderwijsassistent?

Een onderwijsassistent werkt altijd onder de verantwoordelijkheid van een leerkracht en helpt bij het soepel laten verlopen van de lessen en het ondersteunen van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Je speelt een belangrijke rol in het onderwijs door een brug te slaan tussen de leerkracht en de leerlingen, waardoor de leerkracht zich beter kan focussen op het lesgeven.

Kernverantwoordelijkheden:

• Ondersteunen van de dagelijkse organisatie – helpen met praktische taken zoals het klaarzetten van materialen, het begeleiden van activiteiten en administratieve werkzaamheden.
• Assisteren bij lesvoorbereiding – ondersteunen van de leerkracht bij het voorbereiden van lessen en het begeleiden van leerlingen tijdens het werken aan opdrachten.
• Bijdragen aan een positief en veilig leerklimaat – leerlingen motiveren en ondersteunen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
• Observeren en signaleren van leerlingbehoeften – problemen of leeruitdagingen signaleren en bespreken met de leerkracht.

Vaardigheden die een onderwijsassistent nodig heeft

• Pedagogische vaardigheden - als onderwijsassistent begeleid en motiveer je leerlingen in hun leerproces, zowel individueel als in kleine groepen. Je observeert leer- en gedragsproblemen en rapporteert deze aan de leraar.
• Organisatorische vaardigheden - je ondersteunt de leerkracht bij het organiseren van lessen en schoolactiviteiten. Dit omvat onder andere het klaarzetten van materialen, het coördineren van klasactiviteiten en het uitvoeren van administratieve taken, zoals het bijhouden van leerlinggegevens.
• Sociale en relationele vaardigheden - je bouwt sterke en positieve relaties op met leerlingen, ouders en collega’s. Door je in te leven in de behoeften van leerlingen, bied je hen passende ondersteuning. Daarnaast draag je bij aan een prettige sfeer in de klas en help je bij het oplossen van kleine conflicten.
• Flexibiliteit en aanpassingsvermogen - je past je moeiteloos aan veranderende situaties aan en schakelt snel als er onverwachte taken of uitdagingen op je pad komen. Je werkt met diverse leerlingen en onderwijssituaties, en past je aanpak aan op de specifieke behoeften van de dag.
• Technische en digitale vaardigheden - in de moderne klas speel je een rol bij het inzetten van digitale leermiddelen en ICT-tools. Je helpt leerlingen bij het gebruik van deze middelen en ondersteunt de leerkracht bij het toepassen van digitale onderwijsmethodes.

‍Wat is het verschil tussen een onderwijsassistent en een leraarondersteuner?

Hoewel beide functies ondersteunend zijn, zijn er belangrijke verschillen:

Hoe word je onderwijsassistent?

Om als onderwijsassistent aan de slag te gaan, heb je doorgaans een mbo-opleiding Onderwijsassistent (niveau 4) afgerond. Deze opleiding bereidt je voor op het begeleiden van leerlingen en het ondersteunen van leraren in de klas.

Voor zij-instromers:
Heb je ervaring in de kinderopvang, zorg of een andere ondersteunende rol? Dan zijn er mogelijkheden om via een verkort traject of werk-leerroute als onderwijsassistent aan de slag te gaan.

‍